RechtenRechten

Rechten zijn afspraken en regels die zeggen wat je mag doen, mag hebben
en mag vragen.

Rechten staan in wetten, die de regering heeft gemaakt.
Hierna zie je een paar voorbeelden. 

1. Recht op goede zorg. 

Het recht op goede zorg betekent dat begeleiders goed voor jou moeten zorgen. Het is belangrijk dat zij goed weten wat jouw rechten zijn.

Samen met je begeleider praat je over wat goede zorg is.
En je maakt er afspraken over.

2. Recht op zeggenschap. 

Je hebt het recht om zelf te beslissen over je eigen leven, zoveel als kan.
Iedereen mag zelf over zijn eigen leven beslissen.
Dus jij ook.

Behalve als er gevaar is en je begrijpt het niet goed.
Dan beslist je vertegenwoordiger of je begeleider voor jou.

3. Recht op informatie

Je hebt recht op alle informatie die voor jou belangrijk is.
Je begeleider of je vertegenwoordiger geven jou duidelijke informatie.

Informatie is pas goed als jij het begrijpt.
Je mag alles vragen wat je wilt weten. Ook daar heb je recht op.

4. Recht op vrijheid

Je hebt het recht om te gaan en te staan waar je wilt en wanneer je dat wilt.
Dat betekent dat anderen die vrijheid niet zomaar kunnen afpakken.

Een ander kan alleen jouw vrijheid beperken als het niet meer veilig is.
En als het echt nodig is om jou te beschermen.

5. Recht op klagen

Het kan zijn dat je ergens niet tevreden over bent.
Het is belangrijk om er dan over te praten.

Door erover te praten als je niet tevreden bent kunnen mensen je helpen.
En ervoor zorgen dat het niet weer gebeurt.