LHBTIQA+
Iedereen is anders. Iedereen mag er zijn.
LHBTI staat voor:
Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, Intersexe Queer en Aseksueel
Mannen die verliefd worden op een vrouw noem je heterosexueel.
Of vrouwen die verliefd worden op een man.
Mannen die verliefd worden op een man noem je homosexueel of gay.
Vrouwen die verliefd worden op een vrouw noem je homoseksueel of lesbisch.
Als je op mannen én vrouwen verliefd kunt worden, heet dat biseksueel.
Soms voelt een man zich meer vrouw. Of zou een vrouw liever man willen zijn. Dit noem je transgender.
Mensen die geboren worden in een lichaam met eigenschappen van mannen én vrouwen noem je intersekse.
Zoals een man met
een vagina.
Jezelf zijn
Overal op de wereld zijn mensen homo, lesbisch en biseksueel. Iedereen is anders. Dat is heel gewoon. Het belangrijkste is dat jij jezelf kunt zijn!
Niet iedereen vindt het leuk om homo, lesbisch of bi te zijn. Misschien zou jij het wel graag anders willen. Misschien heb je het gevoel dat je de enige bent. Of je hoort mensen om je heen nare dingen zeggen over homo's, lesbo's en bi's. Of het mag niet van je geloof. Of… Dan is het fijn om te weten dat je niet de enige bent.
Zonder stempel
Zonder stempel is een website van COC Nederland voor LHBTIQA+’s met een verstandelijke beperking. Ze organiseren ontmoetingscafé’s door het hele land.
Uit de kast komen
Uit de kast komen betekent: je weet van jezelf dat je homo, lesbisch of biseksueel bent. En je vertelt het aan anderen. Dit noem je ook wel “Coming out.”
Uit de kast komen is niet iets wat moet. Je bepaalt zelf of je het wil vertellen aan anderen en wanneer je dit wil vertellen.
Je kan er ook voor kiezen om het nog niet te zeggen. Misschien vind je het spannend, ben je bang voor nare reacties, of ben je bang om buitengesloten te worden.
Meestal is het een opluchting om te vertellen dat je homo, lesbisch of bi bent.
Je hoeft je niet meer anders voor te doen dan je bent.
Hoe vertel ik het aan anderen?
Je denkt dat je homo, lesbisch of bi bent.
Misschien weet je het niet zeker. Hoe praat je hierover met anderen?
Bedenk met wie je zou willen praten.
Kies iemand die je vertrouwt.
Kies het juiste moment.
Kies een moment waarop je rustig kunt praten.
Zorg dat je voldoende tijd hebt.
Vertel de ander dat je wat over jezelf wilt vertellen.
Je kunt erbij zeggen dat je het best spannend vindt.
Vertel ook dat je niet wilt dat hij of zij het doorvertelt.
Bedenk samen hoe je je verhaal aan anderen zou kunnen vertellen.
Samen weet je meer dan alleen.
Hoe vertel ik het mijn ouders?
Je bent homo, lesbisch of biseksueel.
En je wil het aan je ouders vertellen.
Soms is het moeilijk om over je gevoel te praten met je ouders.
De meeste ouders willen graag weten wat hun kind bezighoudt.
Ze willen weten waar jij je zorgen over maakt.
Veel ouders moeten even wennen als ze horen dat hun kind homo, lesbisch of bi is.
Je loopt er zelf misschien al een tijdje mee rond. Maar voor je ouders kan het helemaal nieuw zijn.
Misschien reageren ze verbaasd, geschokt of teleurgesteld.
Soms valt er een stilte. Dit is normaal.
Geef je ouders de tijd om aan het idee te wennen.
Je kunt er later op terug komen.
Voor jou is het moeilijk om het te vertellen.
Voor je ouders kan het moeilijk zijn om het te horen.
Bijna alle ouders reageren na een poosje met:
“Als jij maar gelukkig bent.”
Vaak zeggen ouders dat ze het eigenlijk al langer wisten.
Soms zijn er ouders die niet prettig reageren.
Je kan ook een brief schrijven aan je ouders.
Dan kunnen ze er zelf op terug komen.
Durf jij het niet aan je ouders te vertellen?
Zoek dan hulp bij iemand die je vertrouwt.
Wie kan jou hierbij helpen?
LHBTIQA+ en geloof
Je geloof zegt dat je geen homo, lesbo of bi mag zijn. Dan kun je schrikken als je ontdekt hebt dat je dit wel bent. Misschien denk je: ben ik nog wel een goede Christen? Of een goede Moslim? Ben ik nog wel welkom bij mijn kerk, synagoge of moskee?
Gelovige mensen kunnen homoseksualiteit afwijzen. Maar dat geldt niet voor alle gelovige mensen. Binnen een geloof zijn verschillende meningen over homoseksualiteit en biseksualiteit.
Probeer er met iemand van je geloofsgemeenschap over te praten.
